Cees Nooteboom  Handgeschreven brief aan Wolfram Swets met handgeschreven gedicht en twee handgeschreven ansichtkaarten.
 
Gedateerd: ‘San Luis, 24-8-94’, ‘22-9-94’ en (poststempel) ‘24 X 94’. 217 x 158, 297 x 208, 104 x 149 en 104 x 149 mm. Op briefpapier van ‘Cees Nooteboom’ en van ‘Kremslehner Hotels in Wien’. Vier bladen. Alleen recto. Tweemaal gesigneerd: ‘cees nooteboom’ en eenmaal: ‘C.N.’. 23, 20, 12 en 9 regels. Eenmaal en tweemaal gevouwen. In originele, geadresseerde envelop van eerste brief.
 
Vriendelijke correspondentie naar aanleiding van de vraag om een afschrift van een gedicht. In de eerste brief, abusievelijk gericht aan ‘Geachte Mevrouw Wolfram’, is Nooteboom niet zeker of de verzamelaar een handschrift van een van zijn eigen gedichten wenst of van het gedicht (van wie dan ook) dat Nooteboom het mooist vindt. De dichter legt uit dat zijn voorkeuren nogal wisselen en hij voegt zijn gedicht ‘Sneeuw’ bij, uitgeschreven op Weens briefpapier. Op de ansichtkaarten, allebei gekocht in Japan, gaat Nooteboom verder in op de kwestie.
 
‘mijn appreciatie – laat ik het zo maar noemen – verandert met uur, dag, jaar, landschap, stad en land. Vandaag had ik Gotfried Benn genomen, en andere keer Slauerhoff, Huygens, Montake, of Wallace Stevens; ik houd het dus maar op mezelf – en omdat het vandaag zo heet is, op Sneeuw.’
 
‘Helaas, uw raadsel is het mijne geworden [...] Kwelt u zich er niet mee: in het Paleis van de poëzie horen ook kamers die op slot zitten.’
 
Wolfram Swets (1969-) verzamelde literaire handschriften. Met zijn private press Uitgeverij 69 gaf hij van Cees Nooteboom (1933-) Petrus Christus. Portret van een jonge vrouw (2005) uit.