Lucebert  De Amsterdamse school.
 
Den Haag: A.A.M. Stols, [november] 1952. 198 x 121 mm. Ingenaaid met flappen. Omslagillustratie Lucebert. 48 p. [Gezet uit de Futura en gedrukt in een oplage van 500 exemplaren.] Met twee paginavullende illustraties van Lucebert. Eerste druk. Enkele minieme scheurtjes in het tere omslag.
 
Opdracht van de auteur in paarse inkt tegenover de titelpagina: ‘voor Bert Schierbeek | van Lucebert | november 1952’.
 
Uniek en belangwekkend exemplaar: de auteur bracht op pagina’s 7, 15 en 41 met paarse inkt inhoudelijke correcties aan. In het gedicht ‘plaats’ verving hij een enkel woord: ‘harde’ ogen worden ‘starre’ ogen. In het openingsvers ‘Lied tegen het licht te bekijken’ bracht Lucebert niet minder dan zes ingrijpende wijzigingen aan: de twaalfde regel ‘Met een baard van lila tranen’, bijvoorbeeld, wordt bij nader inzien ‘Boven een baard van ijzige tranen’.
 
Bert Schierbeek (1918-1996) leerde Lucebert eind september 1948 kennen. Schierbeeks bovenhuis op Van Eeghenlaan 7 te Amsterdam was een ontmoetingsplaats voor schrijvers en schilders. In 1950 en 1951 vond de zwervende Lucebert onderdak bij Schierbeek en diens echtgenote Frieda Koch. Al gauw ontstond er een moeilijke driehoeksverhouding, waarna Schierbeek zijn eigen woning verliet. In maart 1952 liep ook de relatie tussen Lucebert en Koch stuk.
 
Al in december 1950 had Schierbeek tijdens een bestuursvergadering van De Bezige Bij gelobbyd voor Lucebert – vergeefs, want Luceberts eerste dichtbundel verscheen bij Stols.
 
Van Dijk 914.
 
Een van de topstukken uit catalogus 26: Vijftigers (I).