Willem de Mérode  Ganymedes. Een gedicht van – . Met vijf houtsneden van Johan Dijkstra.
 
(Amsterdam: De Gulden Ster, 1924.) 282 x 205 mm. Ingenaaid met raffiakoord (Chinese boekbloktechniek). 30 p. Gezet uit de Cheltonian Bold en gedrukt onder leiding van Frans Bosen door De Brakke Grond te Amsterdam op Bredero-papier in een oplage van 125 exemplaren. Geïllustreerd met vijf [= zes] originele houtsneden van Johan Dijkstra. Eerste druk. Buitenranden van omslag iets gevouwen. Lichte roestvlekjes in het binnenwerk.
 
Nummer ‘040’ van 125 genummerde en door de auteur en de illustrator gesigneerde exemplaren.
 
Luxe uitgevoerde en fraai geïllustreerde bibliofiele uitgave van De Mérodes ‘knapenminnaars’-gedicht, vol hunkeren en smachten. Het boek is exact een eeuw oud, maar het heeft niets aan kwaliteit ingeboet.
 
Bijna was deze bundel niet verschenen: op 26 februari 1924, tijdens de voorbereiding van het boek, werd Willem de Mérode gearresteerd door de politie op verdenking van pedoseksualiteit. Het was Johan Dijkstra, de Ploeg-kunstenaar en houtsnijder, die zich in juni 1924 met alle colofonvellen bij de gevangenis meldde. In cel 159 signeerde De Mérode de colofons. Op 24 oktober 1924 kwam De Mérode vrij en kon hij zijn auteursexemplaren van Ganymedes bij Dijkstra ophalen.
 
De Strafgevangenis aan de Hereweg in Groningen waar De Mérode zat opgesloten is op een kleine steenworp afstand van de cipierswoning van Artistiek Bureau.